Biologische friet in Nederland is nog zeldzaam, maar begint langzaam populair te worden. Recent stond er in de kranten dat er een nieuwe biologische friettent in Haarlem was geopend. Reden genoeg om eens op onderzoek te gaan bij de biologische friettenten van Nederland.

Tot nu toe zijn het er vier; de Friethoes in Haarlem en in Amsterdam de Morgenster, 't Wethoudertje en Natuurlijk Smullen. Allemaal maakten ze de belofte meer dan waar. De een had naast bio friet ook zelfgemaakte mayonnaise, de ander had vegetarische snacks of fair trade ijs.

Wachten is nu op nummer vijf. Als je ook een friettent tegenkomt waar ze biologische friet hebben, laat het ons weten! Dan komen we daar graag een frietje eten.

Lees het hele verslag in de frietwiki.

Hoewel we allemaal weten dat alleen België en Nederland een echte frietcultuur kennen, kom je friet overal op de wereld tegen, zeker in gebieden met wat meer toeristen. Vrijwel altijd gaat het dan om een handjevol matig gebakken frietjes die als bijgerecht worden geserveerd. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik vorige week in de Bosnische hoofdstad Sarajevo door een reisgenoot werd gewezen op een zaak die puntzakken friet verkocht. Dat laat ik mij geen twee keer zeggen, dus toog ik vol goede moed richting Stari Grad, het beroemde oude centrum van Sarajevo.

Na een korte wandeling langs de rivier Miljacka kwam ik aan in Baščaršija, de Ottomaanse wijk die het oude hart van Sarajevo vormt. Eenmaal de straat Sarači ingelopen zag ik aan de linkerkant al snel een ćevabdžinica (kebabzaak). Hier stond inderdaad friet op de menukaart dus ik in mijn beste Bosnisch: "za mene jedan pomfrit veliki molim vas" hoor ik tot mijn verbazing: "samo pomfrit mali"; ze hadden dus alleen kleine porties (hoewel er op de menukaart ook een grote friet werd aangeboden). Dus ja, dan maar een kleine portie.

Na een paar minuten wachten kreeg ik inderdaad een puntzak, weliswaar gemaakt van karton, maar toch wel degelijk gevormd als een puntzak en niet als zo'n Amerikaans rechthoekig geval. De zak werd gevuld met een redelijke hoeveelheid frietjes en nadat ik de vraag "majoneza?" met "da!" beantwoord had werd er bovendien nog wat saus op gedaan. Voor deze zak friet 'met' betaalde ik 2.00KM (€1,02), een prima prijs gezien de locatie midden in het toeristische centrum hoewel je in Bosnië makkelijk nog goedkoper kunt eten door bijvoorbeeld naar de buregdžinica (soort warme bakker) te gaan.

De frietjes waren erg stevig gebakken en daardoor wel krokant, maar ook iets te hard. Verder waren ze duidelijk te zout, maar dat lijkt emblematisch voor de Bosnische keuken. De frieten waren daarentegen niet overdreven vet, iets waar veel andere lokale gerechten zich wel schuldig aan maken. De saus die als mayonaise verkocht werd was een hele dunne witte saus met groene stukjes en een milde kruidensmaak; goed te eten, maar wel iets compleet anders dan wat men in deze streken onder mayonaise verstaat. Al met al niet de perfecte portie friet, maar een prima ervaring gezien de verrassende locatie ver op de Balkan. Helaas heb ik niet onthouden wat de naam van de zaak was, of wat het precieze adres was, maar iedereen die op zoek is naar friet in Sarajevo kan natuurlijk zelf op stap gaan en in het oude centrum zou het wel moeten lukken.

Tot slot nog een tip van een ander kaliber; het is niet bepaald nauw gerelateerd aan friet, maar wel een lekkere snack met aardappel die in Bosnië en Herzegovina erg populair en wijdverspreid is: Krompiruša. Een instructief filmpje hoe je het kan maken staat op YouTube.

Er was eens een dag, niet heel lang geleden dat teleiotes mij vroeg of ik mee wilde naar Rotterdam. Mijn eerste reactie was natuurlijk, Rotterdam, wat moeten we daar dan? Blijkbaar was er in een hal een verzameling met kunst te zien, laten we het daarom de `kunsthal' noemen, en wel van een moderne (wat heet, geboren 22 juli 1882, wie nu weet wie het is mag het zeggen), Amerikaanse kunstenaar. Nu zou dat alleen nog geen reden zijn om naar Rotterdam te gaan, maar een paar nieuwe recensies schrijven over Rotterdamse friet natuurlijk wel.

En zo geschiedde, we vertrokken (na pijnlijk geschrokken te zijn van de prijzen van de spoorwegen) in westelijke richting. De nodige reistijd later arriveerden wij in de grauwe bouwput die station Rotterdam centraal heet en probeerden wij allereerst de voornoemde kunsthal te vinden. Ik zal u verder niet vermoeien met een beschrijving van het aanschouwde en meteen ter zake komen. Na de tentoonstelling gezien te hebben, hadden we namelijk honger en gingen we dus op zoek naar friet.

Rotterdam is een wat vreemde stad, wat friet betreft, want hoe ver we ook tot in de verre inheemse Rotterdamse uithoeken zochten, de ene friettent was dicht, de ander verdwenen, een volgende de term friettent niet waardig en ga zo maar door. Al snel bleek dat het geen gemakkelijke zoektocht zou worden, terwijl we alleen maar meer honger kregen. Ten slotte hebben we van arrenmoede maar friet bestelt bij een klein Chinees zaakje wat ergens tussen de vele traditionele en minder traditionele recepten ook friet op de kaart had staan. Edoch dit was niet wat we ons hadden voorgesteld bij een friettocht in Rotterdam, dus moedig gingen we verder opzoek naar de volgende friettent.

Helaas begon het te regenen waardoor de zoektocht nog zwaarder werd dan deze tot nu toe al was, we raakten het spoor bijster en zagen nu niet eens meer zaken die ook maar in de buurt kwamen van een waardige friettent. Het was om gedeprimeerd van te worden, zodanig zo dat we in de verleiding kwamen om een kist sinaasappels te stelen bij gebrek aan friet, om toch maar iets te eten te hebben. Het dieptepunt bereikten we dan ook toen we in de regen gedeprimeerd sinaasappels zaten de eten voor de deur van wat een friettent had moeten zijn, maar een gesloten bakker was.

Nadat we ons moreel met veel moeite weer zodanig hadden opgevijzeld dat we het waagden om verder te lopen bleek er toch nog een klein lichtpuntje. Niet lang voordat we het station weer bereikten zagen we het stalende goudgele licht van een Bram Ladage, waardoor wij gelukkig toch nog friet konden eten.

Soms lopen friettochten anders dan je ze van tevoren had uitgestippeld. Dat is een feit.

Het begon allemaal heel vroeg op vrijdagochtend toen ondergetekende naar het Brabantse Eersel reisde om daar het het Rythovius College te bezoeken. Politiek correcte bakvissen de liberale beginselen van John Stuart Mill bijbrengen, dat soort werk. Na afloop ging ik als rechtgeaarde frietist even een cafetaria bezoeken, dat had u natuurlijk niet anders van mij verwacht. Als eerste was er Cafetaria Lunchroom De Grote Stap. Dit was een ietwat tegenvallende ervaring dus hierbij kon ik het niet laten zitten, er zouden toch wel betere friettenten in Eersel zijn? De volgende friettent, 't Huukske, was inderdaad al iets beter. Na twee frietjes gegeten te hebben stond ik eigenlijk op het punt naar huis te gaan, maar mijn oog viel op een ANWB-aanwijsbord waarop de route naar Bergeijk stond aangegeven. Achteraf terugkijken is vaak makkelijk, maar dit was misschien wel het moment waarop het mis ging.

Omdat goed eten gepaard gaat met veel bewegen en omdat ik nog een derde frietje wilde eten besloot ik dus naar Bergeijk te gaan wandelen, zonder te weten hoe ver dat zou zijn. Eersel uitlopend verscheen het welbekende Nederlandse platteland om mij heen: een hooischuur hier, een boerderijtje daar, wat zandpaden en hier en daar een groepje bomen. Echter, hoe dichter bij Bergeijk, hoe meer pijnbomen er langs de weg stonden en het duurde niet lang voordat ik mij in een naaldbos bevond. Van de geasfalteerde provinciale weg was intussen weinig meer over, wat restte was slechts een smal pad bezaaid met kinderkopjes. Toen langs het pad een verrot houten bordje hing met daarop de mededeling: 'Wellekome in Bergeyk' wist ik het zeker. Ik was nu in Bergeijk.

Hoewel het nog midden op de dag was, leek de duisternis om mij heen reeds ingevallen. Na een flauwe bocht zag ik in het mistige woud een paar grootse huizen opdoemen. Achteromkijkend bleek het pad inmiddels verdwenen en mij restte de optie vooruit te gaan. Voorzichtig liep ik door. Steeds meer huizen verschenen overal en daaruit concludeerde ik in het dorp te zijn. Een vreemd en sjofel circus stond op een grasveld en de weg liep langs een vervallen schouwburg, dit zou het centrum dan wel zijn.

Net op het moment dat ik een friettent gevonden dacht te hebben kwamen er twee mannen van middelbare leeftijd uit een steegje gezwalkt en boden mij een glas limonade aan. De eerste slok proestte ik uit, het bleek geen limonade te zijn maar jenever, een heel limonadeglas vol. Wat er hierna precies gebeurd is kan ik mij niet meer zo goed herinneren, volgens mij ben ik met de heren naar een café geweest (het heette Beeks of iets dergelijks) en daar hebben we nog meerdere limonadeglazen jenever gedronken. Aangezien het grootste deel van de avond en nacht dus verdwenen is in een waas van limonadeglazen vol jenever kan ik alleen de conclusie trekken dat ik me vermoedelijk wel vermaakt heb. Er zijn slechts nog enkele flarden van gesprekken die ik me wel kan herinneren: iets met een geflopte carrière in de media, een overleden vriend Tedje en sympathie voor de Duitse bezetter. Wel zijn we zeker nog een keer friet gaan eten tussendoor.

Vandaag werd ik wakker met een legendarische kater en geen flauw benul meer hoe ik uiteindelijk thuis ben gekomen. Ook ben ik de helft van mijn spullen kwijt en is mijn bankrekening geplunderd. Toon en Peer, als jullie dit lezen, misschien kunnen we iets regelen over de dingen die ik wel bij me had, maar nu niet meer bezit? Laat snel iets van jullie weten! Nu ga ik ophouden met schrijven en iets aan mijn oneindige kater proberen te doen.

Wij frietisten kunnen van Frietopia niet rond komen. Dat betekent dus dat we er dingen naast moeten doen. Een van de dingen waar ik mij naast Frietopia mee bezighoud is het opsporen en berechten van oorlogsmisdadigers.
Oorlogsmisdadigers als Charles Taylor, voormalig president van Liberia en verantwoordelijk voor talloze misdaden tijdens de burgeroorlog in Sierra Leone. Die wordt momenteel in Den Haag berecht.

U vraagt zich natuurlijk af waar deze politieke kwestie ons brengt. Nou in dit geval bracht het mij in Den Haag en Voorburg. Het Internationaal Strafhof is namelijk, hoewel in de gemeente Den Haag, gelegen vlakbij het oude centrum van Voorburg en toen mijn politiek-juridische taak er opzat besloot ik een frietje te gaan eten in Voorburg (of Foorburg als je het beter met `friet' wil laten allitereren).

Al vrij snel kwam ik in het `centrum' van Voorburg Snack 54 tegen. Een vrij matige friettent bleek naderhand, maar het was in ieder geval iets. Uiteraard ging ik op zoek naar een andere, hopelijk betere, zaak.
Puur op gevoel en op basale kennis van stedenbouwkunde vond ik al snel het nieuwe, grote winkelcentrum van Voorburg-Leidschendam.

In dit winkelcentrum viel mijn oog allereerst op een grote vestiging van de McD*, iets wat mij niet al te positief op de halflege maag viel. Het bleek verder een enorm winkelcentrum te zijn met tientallen (zo niet honderden) winkels, maar een cafetaria bleef uit. Twee supermarkten, twee slijterijen, twee cafe's, twee Turkse bakkers, een Italiaans restaurant, een Chinees restaurant, een ijssalon, een lunchroom en die verdomde Mac, maar geen gewone snackbar.
Na ongeveer een uur zoeken besloot ik weg te gaan van deze vervloekte plek en de eerste de beste tram te nemen die ik tegenkwam, dit was lijn 2 naar Leidschendam.

Op eindstation Leidschendam-noord aangekomen (ik had onderweg geen friettent gespot en bleef derhalve zitten) bleek ik terecht gekomen in een wijk die wat mij betreft kandidaat is voor de saaiste wijk van Nederland. Talloze grijze flats (ont)sierden de horizon. Opnieuw op gevoel (en met een beetje hulp van een gesponsorde stadskaart) vond ik een winkelcentrumpje. Hier bleek een snackbar te zitten die dan eindelijk de felbegeerde tweede tent van de dag werd, Cafetaria 't Huuske.

Hoewel opnieuw geen fantastische friettent, was het beter dan niets en nadat ik in de lokale supermarkt nog wat drinken voor onderweg had gekocht werd de reis naar huis ingezet.
Dat Zuid-Holland geen goede frietprovincie is werd mij opnieuw duidelijk. Mochten er desalniettemin frietliefhebbers in de regio Haaglanden wonen, veel succes en sterkte gewenst, je zal het nodig hebben.